Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet op de Ruimtelijke Ordening, enz. (onafhankelijkheid adviseurs inzake beroepen)

 

Wet van 26 april 1995, tot wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Wet milieubeheer (onafhankelijkheid adviseurs inzake beroepen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de advisering aan de administratieve rechter bij beroepen op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en diverse milieuwetten in een stichting onder te brengen in verband met de inhoud van de adviesfunctie die onafhankelijk dient te worden uitgeoefend;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel III
1
Tot het tijdstip waarop de stichting, bedoeld in artikel 57 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is opgericht, verricht de Adviseur ten behoeve van de Raad van State de in artikel 57a genoemde taak.
2
Tot het tijdstip waarop de stichting, bedoeld in artikel 20.14 van de Wet milieubeheer is opgericht, verricht de Adviseur Beroepen Milieubeheer de in artikel 20.15 genoemde taak.

Artikel IV
1
De adviseurs, bedoeld in artikel III, worden benoemd bij koninklijk besluit.
2
Zij verrichten hun werkzaamheden onpartijdig en onafhankelijk.
3
Te hunner ondersteuning beschikken zij ieder over een bureau.
4
Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer verschaft de noodzakelijke huisvesting en financiële ondersteuning.
5
De adviseurs en de personen die behoren tot hun bureau vervullen geen functies en betrekkingen waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op de handhaving van de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de adviseurs of van het vertrouwen daarin.

Artikel V
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de uitvoering van de artikelen III en IV.

Artikel VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 26 april 1995
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Margaretha de Boer
Uitgegeven de drieëntwintigste mei 1995
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager